Beginselen van de democratische rechtsstaat vormen in Nederland het kader van ons functioneren. Burgers en overheid moeten er samen invulling aan geven. De overheid kan dit niet zonder de burgers; de burgers kunnen dit niet zonder de overheid. In die wederkerigheid is een juiste balans nodig van rechten en plichten van de burger enerzijds, en van de overheid anderzijds.
Goed openbaar bestuur is essentieel voor het functioneren van onze democratische rechtsstaat. Zonder goed openbaar bestuur kan er geen gezonde wisselwerking plaatsvinden tussen overheid en samenleving en kan de overheid niet in maatschappelijke behoeften voorzien.
De afgelopen jaren is veel werk verzet om de kwaliteit van het openbaar bestuur te verbeteren. Iedere overheidsorganisatie heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid maar zij zullen door de burgers in hun gezamenlijkheid beoordeeld worden. De waardering van de dienstverlening door de burgers is dan ook afhankelijk van de samenwerking van overheden.
Het vervullen van een verantwoordelijke taak in het openbaar bestuur is niet hetzelfde als het vervullen van een taak in de private sector. Het dienen van het publieke belang met de monopolies op belasting, geweld en regelgeving in de hand, vraagt een sterk verantwoordelijkheidsgevoel en een gewetensvolle invulling van de taken en verantwoordelijkheden. Een gewetensvolle invulling betekent dat besturen van organisaties in het openbaar bestuur zich niet alleen houden aan wet- en regelgeving, maar ook intrinsiek gemotiveerd zijn om altijd ten dienste van het publieke belang te functioneren en dat in hun functioneren laten zien. De effecten van het ontbreken van goed bestuur worden immers door burgers gemerkt. Want ondanks veel en goede inspanningen van de overheid komen mensen nog problemen tegen in contact met de overheid. Volgens onderzoek van de Nationale ombudsman zijn de meest voorkomende problemen bij de uitvoering van taken door de overheid:
- behandelingsduur;
- informatieverstrekking;
- in acht nemen van algemeen verbindende voorschriften;
- belangenafweging/redelijkheid;
- vereiste van administratieve nauwkeurigheid;
- bejegening.
De beginselen van goed bestuur zijn fundamenteel en lijken daardoor wellicht tijdloos. Maar het in praktijk brengen van goed bestuur vraagt in ieder tijdvak specifieke invulling. De Nederlandse maatschappij is aan diverse veranderingen tegelijk onderhevig. Het vervullen van een bestuurlijke functie ten behoeve van het publieke belang vraagt bewustzijn van die veranderingen in de maatschappij. Het vraagt een open, lerende en dus actieve houding van besturen om de beginselen van goed bestuur in de huidige context en met oog op de toekomst zo goed mogelijk in praktijk te brengen.
Organisaties in het openbaar bestuur hebben een grote verantwoordelijkheid: het dienen van het publieke belang. Het dragen van (politiek-) bestuurlijke verantwoordelijkheid in het openbaar bestuur vraagt om kritische (zelf-) reflectie. Om bestaande problemen op te lossen die mensen tegenkomen in contact met de overheid. En om te voorzien in maatschappelijke behoeften in een veranderende maatschappij. Goed bestuur lijkt vanzelfsprekend en tijdloos, maar dient continu levend te worden gehouden.Goed openbaar bestuur heeft ten doel:
- vergroten vertrouwen van burgers en instellingen in de overheid;
- vergroten zelfbewustzijn binnen en trots op de overheid;
- vergroten professionaliteit en ‘esprit de coeur’ binnen overheid;
- vergroten transparantie over kerntaken.